Inspireren, motiveren, activeren

#Mkb #Artikel

Voor mkb’ers in de Kop van Noord-Holland is het een hele klus om goede werknemers te vinden en te behouden. De regio Groot-Amsterdam, iets verder naar het zuiden, werkt als een krachtige magneet. Hoe behoud je in zo’n situatie mensen voor de regio? Door te investeren in een leven lang ontwikkelen, zegt directeur Occo Koedijker van Huis van het Werk. Het project ‘Morgen SLIM werken in NHN’, een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, onderwijs en overheid, brengt een leven lang ontwikkelen voor mkb’ers binnen handbereik.

Wat is er met de arbeidsmarkt in de Kop van Noord-Holland aan de hand?

Occo: “Iedere dag stappen er 130.000 mensen van boven de lijn Alkmaar-Hoorn in de auto en rijden over de A7 en A9 naar Groot-Amsterdam om daar te gaan werken. De vraag is dus hoe je dat werkkapitaal voor de regio kunt behouden. Dat is de vraag waar Huis van het Werk zich onder andere mee bezighoudt. Wij zijn een onafhankelijke stichting met partners uit het bedrijfsleven, onderwijs en overheid en wij bevorderen de arbeidsmarktmobiliteit in Noord-Holland Noord. Voor iedereen, maar in het bijzonder voor het mkb, want daar is vaak iets te weinig HR-kennis in huis en dat maakt het lastig om je weg te vinden in de arbeidsmarktregio. Zeker omdat het de overheid is die veel geld pompt in activiteiten en ondernemers een beetje wars zijn van de overheid. Het gevolg is dat ze in het ongewisse blijven over wat er binnen hun regio allemaal mogelijk is.”

Bij veel SLIM-projecten gaat het om een klein aantal bedrijven met een concrete ontwikkelvraag. Is dit project van een andere orde?

“Ja, bij Huis van het Werk vertegenwoordigen we meer dan 70 partners met in totaal 45.000 werknemers in de Kop van Noord-Holland. En het gaat om vragen voor de hele regio.” 

Waarom dan toch een SLIM-project?

“Omdat we iedereen in onze arbeidsmarktregio bewuster willen maken van de mogelijkheden van een leven lang ontwikkelen. En omdat we willen laten zien hoe je als ondernemer de bestaande mogelijkheden in de regio vóór je kunt laten werken. Inspireren, motiveren en activeren dus. Maar dat kost geld en dat kunnen we als stichting niet bekostigen. Terwijl de SLIM-subsidie hiervoor perfect is. Zeker omdat we dan meteen kunnen laten zien hoe effectief zo’n subsidie kan zijn. Veel ondernemers beginnen niet aan een subsidieaanvraag omdat ze denken dat het een hoop gedoe is. Door te laten zien wat wij dankzij SLIM allemaal kunnen doen en dat ook te benoemen, hopen we dat ons project een vliegwiel wordt voor SLIM-aanvragen van ondernemers.”

Welke lessen hebben jullie tot nu toe geleerd?

“Dat veel ondernemers zich niet bewust zijn dat ze veel behoefte hebben aan kennis over duurzame inzetbaarheid. Het idee is toch nog vaak: ‘ja, daar doe ik genoeg aan, want ik zet iedere week een fruitmand in de kantine neer’. Terwijl duurzame inzetbaarheid veel breder is en veel meer kan opleveren.”

Maar hoe bereik je met die boodschap de mkb’ers die geen HR-manager hebben? Voor wie termen als ‘duurzame inzetbaarheid’ en ‘een leven lang ontwikkelen’ ver van hun bed zijn?

“Door laagdrempelige events te organiseren waarin je echt de vertaling naar de praktijk maakt. En door die niet te presenteren als ‘een middag waar we het gaan hebben over een leven lang ontwikkelen’, maar: ‘dit mag je niet missen, want dan ontmoet je andere interessante mkb’ers en er komen nog echt goede sprekers ook’. Zo is Annemarie van Gaal bij één van onze strategische events geweest, evenals Hans Borstlap. En bij de workshops voor werknemers zeggen we niet: ‘dit is een leven lang ontwikkelen en dit moet je ermee’, nee, we laten het ze zelf invullen. Ze zitten in gemêleerde groepjes: de een komt bijvoorbeeld bij een gemeente vandaan, de ander bij een productiebedrijf, een derde bij een accountantskantoor of een school. Met elkaar gaan ze in gesprek en maken ze ieder een actieplan voor hun eigen ontwikkeling.”

Als er gebeurt wat jij hoopt, namelijk dat jullie SLIM-project bedrijven inspireert om ook een SLIM-subsidie aan te vragen, welke tips heb je dan voor ze?

"Dat je aan de voorkant goed moet nadenken over wat het SLIM-project inhoudt, wat voor voordelen het voor iedere deelnemer heeft, maar ook wat ze er zelf in moeten investeren. SLIM is geen verdienmodel. Ja, je krijgt 60 procent subsidie, maar de resterende 40 procent moet je zelf bijleggen. Het is belangrijk dat er bij iedereen vanaf het begin commitment is, dat ze bij het tekenen van de intentieverklaring weten waaraan ze beginnen. Anders verkijken ze zich op het werk, bijvoorbeeld de hoeveelheid projectadministratie. Of je loopt tijdens het project tegen een gebrek aan commitment aan. Voor onze inspiratiekamers was bijvoorbeeld aanvankelijk weinig animo. Zodanig dat we zeiden: joh, hoe kan dat nou? Uiteindelijk kwamen we erachter dat het aan de voorkant aan bewustwording heeft ontbroken. En onbekend maakt onbemind.” 

Hoe heb je dat opgelost?

“We zijn gewoon letterlijk bij alle partners langs de deur gegaan en zijn wederom in gesprek gegaan. Er was wel wat overtuigingskracht voor nodig, maar toen er één schaap over de dam was, kwamen er meer. We hebben qua PR en marketing wel alles uit de kast gehaald. We hebben ingezet op ‘fear of missing out’: dit event mag je niet missen! We hebben er bij andere bijeenkomsten aandacht aan besteed, we hebben in zakenbladen gestaan, en zo kwam langzaam maar gestaag een sneeuwbaleffect op gang. Nu beginnen mensen spontaan contact op te nemen: ‘een collega van me zit bij jullie in een workshop en werkt aan zijn persoonlijke ontwikkeling, kan ik me ook aanmelden?’ Dat is superleuk. Maar een andere tip is dus wel dat je een gedegen PR- en marketingplan nodig hebt. Als je alleen maar zegt: ‘we hebben een SLIM-project’, daar slaan ondernemers niet op aan. Als je uitlegt wat het is en wat de voordelen zijn en dat het een geweldige kans is om je bedrijf intrinsiek te laten groeien, dan slaat het aan.”