Slim aan de slag in de LMI

SLIM-project in het kort

• Mkb’ers in de levensmiddelenindustrie bewust maken van de noodzaak om zelf de regie te voeren over hun leer- en ontwikkelproces
• Creëren van een leercultuur waarin Leven Lang Ontwikkelen de norm is

Wie?

De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) vertegenwoordigt circa 500 bedrijven en 20 brancheorganisaties in de grootste tak van de Nederlandse industrie. FNLI werkt in dit project samen met vijf van die bedrijven (Van Delft Biscuits, Wulms Egg Group, Natural Spices, Market Food Group en Like Meat) en enkele stakeholders die meer op afstand betrokken zijn, waaronder individuele werknemers, ondernemingsraden van grotere bedrijven, en de vakbonden CNV en FNV. 

Waarom?

Waar kennis en innovatie in de sector zich in een razend tempo ontwikkelen, blijft de ontwikkeling van mensen achter. Leren is ‘als levertraan’ voor veel werkenden en daarom kunnen zij niet mee met de tijd. Dit stelt de sector voor grote uitdagingen, aangezien ook de toestroom van afgestudeerden met de juiste papieren flink achter blijft bij de behoefte. Er is vooral vraag naar technisch en technologisch geschoold personeel. Om in te spelen op de huidige én toekomstige ontwikkelingen, is het van cruciaal belang dat medewerkers bewust gemaakt worden om zélf de regie te gaan voeren over hun leer- en ontwikkelproces. De industrie moet het doen met de mensen die zij nu heeft. Kennis moet worden behouden, versterkt en beter overgedragen worden op (nieuw) personeel. 

Wat?

Om tot de gewenste leercultuur te komen, wil het samenwerkingsverband allereerst ondernemingen doorlichten, om aan de hand daarvan ontwikkelplannen te kunnen opstellen, inclusief maatwerkadviezen. De volgende stap is ondersteuning en begeleiding van organisaties bij het ontwikkelen en invoeren van een methode die de werknemers stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen. De gewenste bedrijfscultuur is er een waarin Leven Lang Ontwikkelen de norm is. En waarin organisaties en hun medewerkers een duidelijk beeld hebben van hun leerbehoefte nu en in de toekomst. Kortom: een heuse cultuurverandering, die de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en beroepshouding (blijvend) stimuleert.