Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd) om voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Als je akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klik dan op 'Cookies toestaan'. Lees hier onze cookieverklaring.

Cookies toestaan Weigeren

Wankel succes voor publiek private samenwerkingen

16-12-2020

#Nieuws

Hoe stuur je als overheid in deze turbulente tijd met ingrijpende technologische en maatschappelijke veranderingen op grote publieke thema’s zoals beter onderwijs? Dat was de vraag die Pieter Moerman, programmamanager Katapult aanzette tot een onderzoek waarop hij 17 december promoveert aan de Universiteit van Amsterdam. De overheid maakt komende jaren 1,4 miljard euro vrij voor omscholing en bijscholing van werknemers en vaak worden daarvoor samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en scholen opgezet. Maar werken die wel goed? Moerman onderzocht en analyseerde 48 samenwerkingen tot in detail. Uit zijn proefschrift blijkt dat de wijze waarop de overheid stuurt een samenwerking kan maken of breken.

Zo’n driehonderd voorbeelden van publiek-private samenwerkingen in het beroepsonderwijs kent Nederland op dit moment, met succesvolle en minder goed lopende voorbeelden. Wat ze bindt is de essentie van publiek-privaat samenwerken: samen bereiken scholen en bedrijven resultaten die ze in hun eentje niet voor elkaar krijgen. De overheid stimuleert  deze projecten vaak met een financiële bijdrage maar stelt daarbij allerlei eisen aan de samenwerking. Meestal door top-down regels op te leggen of targets te stellen. Minder uitval van studenten is zo’n voorbeeld. De onderwijsinstellingen moeten vervolgens zelf bedenken hoe ze dat uitvoeren. Moerman: “Dat de manier waarop de overheid stuurt zoveel impact heeft op hoe de samenwerking uitpakt had ik niet verwacht. ‘De overheid beperkt ons door strenge regels’, hoorde ik vaak tijdens mijn onderzoek op de werkvloer. Wat blijkt? Geef bedrijven en scholen de ruimte om zelf hun aanpak te verbeteren en je krijgt betere resultaten.”

Op zoek naar een pro-actieve houding

Maar hoe krijg je scholen en bedrijven zover dat ze zelf pro-actief nieuwe doelen formuleren en nieuwe acties opzetten? En die ook daadwerkelijk uitvoeren, evalueren en verbeteren? Moerman onderzocht hoe het combineren van leren en verantwoorden – experimentalist governance – daarvoor een alternatief kan bieden. Moerman: “Als overheid wil je monitoren hoe de samenwerking verloopt. Op dit moment hangt daar vaak een sfeer van afrekening: ‘Als we het verkeerd doen, worden we gestraft en krijgen we geen geld.’ Door het leerproces centraal te stellen met ruimte voor het maken van fouten geef je daar een positieve draai aan.” 

Moed om te experimenteren

Moerman analyseerde onder andere 48 samenwerkingen waarbij nieuwe vormen van sturing door de overheid en publiek-private samenwerking getest werden. Een voorbeeld daarvan is het Centrum voor innovatief vakmanschap Water in Leeuwarden. ‘Bij dit kenniscentrum staan de medewerkers binnen waterbedrijven en waterschappen centraal. De uitdaging is om de vaak wat oudere medewerkers blijvend op te leiden in nieuwe kennis en technieken op het gebied van waterbeheer. Dat heeft dus te maken met de opleiding zelf, maar ook met bijscholing van de huidige medewerkers. De grote hoeveelheid kennis die er al is, kan door een samenwerking gedeeld worden.’ Mede dankzij een innovatieve aanpak rondom Centra voor innovatief vakmanschap is dit Centrum een succes geworden.

Moerman: “Wat ik bewonder aan deze nieuwe vormen van sturing, is dat de overheid het lef toont om minder regels op te leggen. Hoewel ik in mijn proefschrift ook kritisch ben op deze nieuwe vormen, waardeer ik het dat de overheid durft te experimenteren en moedig ik het aan om dat lef door te zetten. Uit mijn resultaten blijkt namelijk dat dat uiteindelijk het verschil voor succes kan maken.” 

Les hier de samenvatting van het proefschrift 'Een wankel succes'

Promotiegegevens

Pieter Moerman: Governance regimes and problem-solving capacity: Public-private partnerships in Dutch vocational and higher education. Promotor is prof. dr. J.H. Zeitlin. Copromotor is dr. E.M. Heemskerk.