Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd) om voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Als je akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klik dan op 'Cookies toestaan'. Lees hier onze cookieverklaring.

Cookies toestaan Weigeren

De kracht van het ecosysteem ligt in de verbinding

14-08-2020

Pps-activiteiten #Life Sciences & Health #Centres of expertise #Zorg & Welzijn #Artikel

We hebben nog nooit zo vaak onze handen gewassen, we dragen mondkapjes en bewaren de nodige afstand. Het thema gezondheid is actueler dan ooit. Maar Centre of Expertise Healthy Ageing van de Hanzehogeschool Groningen staat voor een maatschappelijke opgave die al vele jaren speelt: we worden steeds ouder en zwaarder, we leven ongezonder en de zorgvraag wordt complexer. Dat vraagt om nieuwe oplossingen die dwars door verschillende disciplines lopen. Een lastige opdracht waar creativiteit en een lange adem voor nodig zijn. Jeroen Pronk, sinds maart directeur van het centre ziet een maatschappelijk momentum voor positieve verandering.

“De manier waarop we zorg organiseren is onhoudbaar geworden. Niet alleen in financieel opzicht maar ook op het gebied van arbeidsmarktcapaciteit. Om dat aan te pakken moeten we ons richten op de oorzaak en die reikt verder dan gezondheid. Leefbaarheid en deelnemen aan de maatschappij spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol. Er is een transitie nodig en die vindt niet plaats binnen één domein. Bestuurders van grotere zorg- en welzijnsinstellingen geven grif toe dat het belang van zo’n transitie evident is en de urgentie ervan toeneemt. Maar tegelijkertijd erkennen ze: ‘Wij kunnen het niet alleen, dat lukt niet. Help ons daarbij.’”

Intentie als vertrekpunt
“Bij CoE Healthy Ageing beginnen we bij de bron, namelijk dat je burgers, inwoners en patiënten direct betrekt bij het opzetten van interventies en onderzoek. Wij geloven niet in de traditionele projectaanpak waarbij van te voren de uitkomst min of meer vaststaat en je voor de vorm wat details aftimmert. Nee, de intentie is het uitgangspunt, van daaruit start het gesprek: ‘hoe kunnen we het samen doen, wat zijn de verwachtingen, de belangen?’ De belangrijkste impact die dat oplevert is niet eens dat iedereen tevreden is en je daadwerkelijk verandering bereikt hebt, maar dat de methodiek de interesse heeft gewekt van allerlei partijen in het Noorden. Die nemen dat nu over. Daar ligt het enorme belang van het bouwen aan het ecosysteem, waar wij als centre en als Hanze een belangrijke rol in spelen.”

Welke keuzes maakt de Hanzehogeschool en hoe bed je dat in in het onderwijs?
“Dat is natuurlijk nooit af, dat blijft een vraagstuk. Wat enorm succesvol is, dankzij de inspanningen van Joost Degenaar, is het concept Innovatiewerkplaats (IWP): een kortere of langere samenwerking tussen een aantal partijen uit het ecosysteem, waarbij een vraag uit het veld de basis vormt en waarop vervolgens een onderzoeksprogramma wordt ontwikkeld en een aantal studenten op worden gezet. Een prachtige leerervaring, want studenten werken aan vraagstukken uit de prakrijk, komen in aanraking met onderzoek en maken kennis met partijen buiten hun eigen domein. Zoals het in het echt natuurlijk ook gaat. We onderzoeken nu hoe we de IWP’s kunnen verduurzamen zodat het werk van studenten gestapeld kan worden en we wat langere lijnen realiseren. Omdat er vaak aan transitievraagstukken gewerkt wordt die niet in twee of drie jaar klaar zijn. De onderzoeksmethode is vaak evaluerend leren: je doet een stap, reflecteert op het resultaat en zet dan de volgende stap. Het zou natuurlijk mooi zijn als je daar een standaard werkwijze van maakt. Dan wordt je ecosysteem ook een leernetwerk. Daar werken we nu naar toe.”

Werkbaar versus impact
“Ons netwerk en ecosysteem zijn op meerdere manieren met elkaar verbonden. Zowel rechtstreeks met het onderwijs, in het onderzoeksnetwerk van de lectoren, als in allerlei aanverwante projecten. In de kleinere projectsetting van een Innovatiewerkplaats is de samenwerking heel overzichtelijk, het is ook één van de succesfactoren. Maar hun maatschappelijke impact is relatief klein. De komende tijd richten we ons daarom op de vraag hoe we de pluspunten van een IWP kunnen behouden en hun impact vergroten. Een mogelijke oplossing is door op grotere bovenliggende thema’s meer netwerken in te richten. Zodat je de ontwikkelde kennis breed deelt om te ontsluiten, zonder dat je nou persé actief hoeft te participeren in dat ene project.
Onze maatschappelijke opgave is complex, gezondheid verbeteren raakt zoveel dimensies. Niet voor niets staat in de landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Health in all policies’ dat interventies eigenlijk op álle beleidsterreinen uitgevoerd moeten worden. Om in dat licht nog even terug te komen op de vraag: ‘wat levert het centre op voor de Hanze?’; de aanpak voor het leren interveniëren in complexe systemen, zien we steeds meer terug in onderzoeken. En de professionals die we opleiden, zijn werkzaam in dat complexe systeem. Daar maken we ze van meet af aan bewust van: dat ze in hun eentje nooit een optimaal resultaat bereiken, ze daarvoor altijd moeten samenwerken met andere disciplines. Dat inzicht en die kennis – en het werken in een IWP – integreren we in hun opleiding. Zo stomen we ze goed klaar voor hun werk.

Impact van de regioproblematiek
“We proberen waarde toe te voegen aan de regio. De regionale agenda klinkt daarom nadrukkelijk door in onze eigen agenda. Eén van de leernetwerken waarmee we verbonden zijn is het ‘Krimpnetwerk’. Dat heeft allerlei dimensies, waarbij krimp de aanleiding is. Wat betekent dat voor je voorzieningen? Voor de leefbaarheid? Wat betekent het voor duurzaamheid of de toegankelijkheid van zorg de komende jaren? Die vraagstukken raken ons als Hanze ook. Alle studenten krijgen daarom tijdens hun studie ook competenties mee die te maken hebben met ondernemerschap. Dat hoort zo, zeker als hbo en het is natuurlijk van belang om het economisch vermogen van de regio te versterken. Wat ik heel gaaf zou vinden is dat we de maatschappelijke impact zichtbaar krijgen. Dat we met elkaar kunnen zeggen: door die langjarige aanpak en alles wat we geprobeerd hebben zien we de gezondheid in het Noorden nu echt toenemen. Dat is mijn drijfveer. Er is nu, los van Corona, een enorm maatschappelijk momentum. Preventie is jarenlang afgedaan als ‘dat is ieders eigen verantwoordelijkheid!’ Maar dat is een schromelijke overschatting van hoe ons bewustzijn werkt. Er is wel degelijk een publieke verantwoordelijkheid om daar wat aan te doen. En er zijn gelukkig lichtpuntjes. Het is namelijk ook een kwestie van de focus erop zetten. Dus nee, veranderen is niet makkelijk, maar het kan wel.”

Lees ook