Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd) om voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Als je akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klik dan op 'Cookies toestaan'. Lees hier onze cookieverklaring.

Cookies toestaan Weigeren

SLIM-regeling aangepast

#Mkb #SLIM nieuws

Ook in 2024 kun je weer een beroep doen op de SLIM-subsidie voor het verbeteren van de leercultuur in je bedrijf. Er zijn wel een paar wijzigingen. Want behalve beter kan de regeling hier en daar ook duidelijker. Het gaat om details, in grote lijnen blijft de regeling hetzelfde.

Dit zijn de tijdvakken voor het aanvragen van de subsidies: 
–    1 maart tot en met 28 maart voor individuele mkb-ondernemers. 
–    3 juni tot en met 31 juli voor samenwerkingsverbanden en grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector. 
–    2 september tot en met 30 september voor individuele mkb-ondernemers. 

Voor mkb-ondernemingen is in 2024 in het eerste aanvraagtijdvak € 15 miljoen beschikbaar en in het tweede aanvraagtijdvak € 13,5 miljoen. Voor samenwerkingsverbanden is in totaal € 17,5 miljoen aan subsidie beschikbaar en voor grootbedrijven in de landbouw-, horeca-, of recreatiesector € 1,2 miljoen

Verhoging maximaal subsidiabel uurtarief externe uren 

Het maximale subsidiabele uurtarief van externe adviseurs is verhoogd van € 125,– naar € 135,– per uur, exclusief btw. Dit gaat gelden voor aanvragen die ingediend worden in 2024.

Nadere afbakening subsidiabele activiteiten

Bij twee van de activiteiten zijn wijzigingen doorgevoerd waarmee ze nader worden afgebakend dan wel aangevuld: de activiteiten a ‘het doorlichten van een onderneming’ en c. ‘het ontwikkelen van een nieuwe methode’

Activiteit A

De activiteit in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, ’de doorlichting van de onderneming’, van de SLIM-regeling is aangevuld met subsidie voor leercultuurscans. Een leercultuurscan is een diagnose-instrument dat ondernemingen kunnen gebruiken om de eigen leercultuur te meten en analyseren. De rapportage van de leercultuurscan biedt inzicht in de mate waarin leren ondersteund en/of gestimuleerd wordt binnen de onderneming en geeft aanknopingspunten voor verdere ontwikkeling en verbetering. De inzet van een leercultuurscan en rapportage daarvan is onderdeel van een advies op maat dat uiteindelijk uitmondt in een ontwikkel- of scholingsplan vanuit het perspectief van de onderneming. Zodat de onderneming niet alleen inzicht heeft in de leercultuur, maar ook een advies kan opvolgen om de leercultuur te versterken. 

Activiteit C

Verder bleek in de praktijk de term ‘methode’ enigszins onduidelijk te zijn wanneer er nu sprake was van een ‘methode’ als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de SLIM-regeling. Om deze reden is met het nieuwe begrip ‘L&O-methode’ (in artikel 1) nader afgebakend wanneer er nu sprake is van een methode die op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, voor subsidie in aanmerking komt. 

Je moet nu in de aanvraag duidelijk maken hoe de L&O-methode structureel bijdraagt aan de leercultuur in de onderneming door te beschrijven hoe deze wordt ingebed en op welke manier werkenden in de onderneming nieuwe vaardigheden, kennis en beroepshouding aanleren. Botweg informatie of kennis beschikbaar stellen is geen L&O-methode, omdat dan het structurele karakter ontbreekt. Voorbeelden hiervan zijn eenmalige workshops, toegang geven tot een kennisbank of folders of overdrachtsdocumenten verspreiden. De L&O-methode moet een actieve component bezitten, die in het teken staat van het continue leerproces van de werkende en erop gericht is iets aan te leren. Dit kan bijvoorbeeld door het invoeren van een bedrijfsschool, een online leeromgeving, een digitaal kennis- en leerportaal/platform, het ontwikkelen van leerlijnen of e-learning, een systeem van periodieke ontwikkelgesprekken of de introductie van leerambassadeurs. 

Een leerambassadeur is een rechtstreekse collega van de werkvloer, die niet in een hiërarchische relatie staat tot de collega’s. Hierdoor is er een veilige omgeving om over ontwikkeling en toekomstplannen te praten. Leerambassadeurs functioneren als ‘maatje’ die hun collega’s aan de hand nemen om een stap verder te zetten als het gaat om opleiding en ontwikkeling. De leerambassadeur helpt de collega op een natuurlijke en laagdrempelige manier. Om de onafhankelijke positie te waarborgen, moeten leerambassadeurs deskundig getraind en begeleid worden en zijn de kosten voor de introductie van leerambassadeurs subsidiabel. In de aanvraag zal goed moeten worden beschreven wat de toegevoegde waarde is van het introduceren van leerambassadeurs bij de leer- en ontwikkelactiviteiten van medewerkers en de structurele inbedding daarvan in het bedrijf conform de definitie van L&O-methode. Daarnaast moet men duidelijk toelichten hoe de ontwikkeling en invoering van deze L&O-methode binnen de onderneming plaats gaat vinden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een plan van aanpak waarbij de aanvrager concreet toelicht hoe zij de leerambassadeur binnen hun onderneming willen gaan inrichten, aanstellen en begeleiden. Gemaakte uren van een medewerker die als leerambassadeur wordt aangesteld vallen onder de uitvoering van de L&O-methode en zijn niet subsidiabel

Manieren om gedrag of competenties in kaart te brengen, zoals de DISC-analyse, Profile Dynamics, Baardamodel, of andere manieren, zoals SMART, PDCA, Mpop 70-20-10 leermethode, IMWR-cirkel, train-de-trainer, worden gezien als instrumenten ter ondersteuning van de invoer van een L&O-methode. Deze instrumenten zijn op zichzelf niet subsidiabel als L&O-methode. 

Voor de invoer van de L&O-methode zijn onder andere begeleidingssessies en workshops subsidiabel, indien deze in redelijke verhouding staan tot de kosten van de te ontwikkelen L&O-methode en bedoeld zijn voor het testen dan wel oefenen door een selecte groep personen om te leren omgaan met de L&O-methode. Dit geldt ook voor een evaluatie als onderdeel van de invoer van de L&O-methode. 

De wijziging van activiteit c is eveneens bedoeld om het belangrijkste doel van de regeling te benadrukken, namelijk dat de L&O-methode gericht moet zijn op het leren en ontwikkelen van werkenden in de onderneming en daarmee bijdraagt aan de leercultuur in een onderneming. Een methode die bijvoorbeeld tot doel heeft bedrijfsprocessen te verbeteren, of waarbij het leren en ontwikkelen van werknemers een indirect gevolg is, wordt niet gezien als een L&O-methode als bedoeld in artikel 4. Een methode die wordt ontwikkeld voor commerciële doeleinden wordt ook niet gezien als L&O-methode als bedoeld in artikel 4. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld lesmateriaal en -omgevingen, cursussen of trainingen die worden ontwikkeld door opleiders of andere partijen om hier geld mee te verdienen.