Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd) om voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Als je akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klik dan op 'Cookies toestaan'. Lees hier onze cookieverklaring.

Cookies toestaan Weigeren

Mini-masterclass 3: Pitchen

Pitchen, zo doe je dat!
Hilke Grootelaar is expert in presenteren, argumenteren, debatteren en pitchen. Ook werkt ze als trouwambtenaar en vertaalt ze bij de Universiteit Utrecht het werk van wetenschappers naar inzichten en programma’s voor de samenleving. Ga je een pitch houden voor ondernemers, hou het dan kort en concreet, is haar advies. Pitchen is méér doen met minder woorden.

Een goede pitch: ethos, pathos, logos
Voor een goede pitch is het belangrijk dat de juiste persoon het verhaal vertelt. Iemand met gezag op dat onderwerp (ethos). Ook hangt veel af van hoe die persoon het verhaal vertelt. Afhankelijk van je publiek speel je meer of minder in op emotie (pathos) en zet je meer of minder in op logisch redeneren (logos). Voor een goede pitch heb je ze alle drie nodig, maar je kunt ermee spelen afhankelijk van je doelgroep en je boodschap.

Begin, midden, eind
Een goede pitch staat of valt met een prikkelende opening. Gebruik humor, verrassing, verbazing; stel een vraag of vertel een persoonlijke anekdote. Maar doe het kort. Want het langste stuk van je pitch is het middenstuk, daarin breng je de inhoud over. Dat kun je op verschillende manieren aanpakken: vanuit het probleem dat je wilt oplossen of met storytelling. Bij storytelling vertel je je verhaal aan de hand van de belevenissen van een held (bijvoorbeeld een mkb-ondernemer). Hoe is die de uitdaging aangegaan, welke obstakels moest hij overwinnen en hoe is hij gekomen waar hij nu staat? Op Storycraft.nl vind je inspiratie en gratis materialen om hierbij te gebruiken.

Drie opties voor de structuur
Tot slot nog iets over de structuur van je verhaal. Hoe duidelijker die is, hoe beter ondernemers je boodschap onthouden. Bouw je verhaal bijvoorbeeld op via VVV: Vertel wat je gaat vertellen, Vertel het en Vertel daarna wat je verteld hebt. Of gebruik labels, waarbij je één begrip op drie manieren invult. Of kies voor SExI: je stelt iets (State), je legt uit waarom (Explain) en daarna illustreer je het met een voorbeeld (Illustratie). Precies andersom kan ook!

In haar mini-masterclass deelt Hilke Grootelaar nog veel meer tips en voorbeelden. Hier bekijk je de clip, de presentatie en extra handvatten voor storytelling.