Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd) om voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Als je akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klik dan op 'Cookies toestaan'. Lees hier onze cookieverklaring.

Cookies toestaan Weigeren

Bouwblok contextrijke infrastructuur

#Infrastructuur

 

Het doel van dit bouwblok is een state-of-the-art infrastructuur (apparatuur, machines) en bijbehorende expertise (mensen) ter beschikking te stellen aan/via de pps. Deze infrastructuur biedt een contextrijke omgeving voor leren, werken en innoveren. Het is hiermee feitelijk een bouwblok dat als randvoorwaarde dient voor veel andere bouwblokken (nieuwe onderwijsvormen, innovatie van de beroepspraktijk, leven lang ontwikkelen etc.). Er zijn verschillende manieren waarop deze infrastructuur vormgegeven kan worden: alles centraal op één locatie (campus), één locatie met een aantal kleinere satellietlocaties of een volledig gedistribueerd model (de regio is de campus). Deze fysieke omgevingen worden vaak aangevuld met een digitale omgeving.

Daarnaast biedt een gemeenschappelijke infrastructuur zowel de onderwijsinstellingen als mkb-bedrijven en starters de mogelijkheid te beschikken over apparatuur/machines waarover zij anders niet konden beschikken. Leveranciers van apparatuur/machines kunnen de locaties gebruiken als demonstratiecentrum voor (potentiële) klanten en als opleidingslocatie voor de gebruikers van hun appratuur/machines. Een locatie met alleen apparatuur is niet effectief: er dienen mensen aanwezig te zijn die studenten, docenten en medewerkers van bedrijven kunnen ondersteunen in het bedienen en gebruiken ervan.

 

Waar gaat het om

  • Het bieden van een (state-of-the-art) contextrijke leer- en werkomgeving voor kiezen, leren, werken en innoveren. Het biedt een omgeving voor co-creatie, waar van elkaar geleerd wordt en waar cultuurverschillen worden overbrugd
  • Het stelt de partners in staat om te werken met apparatuur die de individuele partners zich niet zouden kunnen veroorloven

Wat gebeurt er dan

  • Beschikbare infrastructuur open stellen voor alle leden van de pps (vaak gedistribueerd model) en/of gezamenlijk investeren in apparatuur die de individuele partners zich zelf niet zouden kunnen veroorloven (vaker centrale locatie; campus)
  • Deze infrastructuur is niet alleen een inspirerende werkomgeving voor onderwijs, maar wordt door bedrijven ook gebruikt als locatie voor innovatie/onderzoek (bv mkb), demonstratiecentrum, opleidingslocatie voor klanten (LLO), beursvloer (ontvangst van klanten) en voor netwerkbijeenkomsten
  • De contextrijke infrastructuur kan ook gebruikt worden voor loopbaanoriëntatie (bv beroepentuin) of voor het promoten van de techniek, branche of beroepen (bv programma’s voor primair en voortgezet onderwijs)
  • Digitale infrastructuur wordt gebouwd die bv ingezet wordt voor nieuwe digitale of blended leervormen

Wat voor een soort partner-bijdrage vraagt dit

  • Bedrijven zijn bereid hun infrastructuur open te stellen voor anderen (studenten, docenten, andere partners)
  • Bedrijven/onderwijsinstellingen willen investeren in shared infrastructuur (niet alleen locatie /hardware maar ook mensen)
  • Bedrijven zijn bereid eigen apparatuur en mensen te plaatsen op een campus (ook te gebruiken door anderen)
  • Onderwijsinstellingen zijn bereid hun faciliteiten beschikbaar te stellen voor bedrijven (tijdens/na schooltijd), incl ondersteuning

Wat zijn globaal de
afspraken waar je aan moet denken

  • Een infrastructuur zonder mensen/expertise/routekaart heeft weinig toegevoegde waarde. Dus is nodig: lab managers en experts/ business developers die helpen bij het gebruik van de apparatuur en bij projecten (bv medewerkers technologieleverancier/(hybride) vakdocenten). Ook is een account mgt functie nodig voor het managen van bestaande relaties en het binnenhalen van nieuwe klanten. Studenten kunnen ingezet worden voor de exploitatie en onderhouden van de faciliteiten
  • In geval van een gedistribueerd model (gebruikmakend van bestaande infrastructuur) is een ‘campuskaart’ nodig met capaciteit voor matchmaking, het onderhouden, exploitatie en doorontwikkeling. Op de locaties dient een programma/begeleiding aanwezig te zijn
  • Digitale werkomgevingen: gaat niet om alleen het opzetten maar ook om het onderhouden en zorgen voor goede digitale content

Interessante links

Ook interessant